Ga naar de inhoud

Hardlooponderzoek door Dionne

Afgelopen maanden is onze collega Dionne bezig geweest met haar masteronderzoek naar de relatie tussen spierkracht en hardloopblessures. Dit onderzoek heeft ze uitgevoerd in samenwerking met de St. Maartenskliniek en Han Seneca. Tijdens dit onderzoek heeft ze bewegingsanalyses van het hardlopen gemaakt en de maximale spierkracht van recreant hardloopsters gemeten. Hardlopen is een snel groeiende sport, laagdrempelig om te starten en heeft vele positieve gezondheidseffecten. Echter zien we in deze grote groep hardlopers dat het aantal hardloop-gerelateerde blessures hoog is. Het is bijvoorbeeld bekend dat voor elke 1000 uur een recreant hardloper 8 blessures ontwikkeld. Waarbij de knie de meest voorkomende blessure locatie is. Vooral bij vrouwen zien we dit vaker terug.

Veel onderzoek heeft al aangetoond dat bepaalde (hardloop)patronen kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van blessures. Deze patronen kunnen dan ook wel risicofactoren worden genoemd. Een bekende risicofactor op het krijgen van hardloopblessures is het hardlopen met de knieën naar binnen. Met andere woorden, hoe ver de knie naar binnen zwikt tijdens de landing. We zien dan ook vaker terug dat deze hardlopers blessures ontwikkelen zoals knieschijf gerelateerde pijn, runners knie en pijnklachten aan de heup of enkel.

Ondanks dat hier al veel over bekend is, blijft het onduidelijk en complex waardoor hardlopers met de knieën naar binnen rennen. Een mogelijke verklaring kan verminderde spierkracht van de heup,knie en enkel zijn. Wanneer deze spieren niet sterk genoeg zijn, kan dit zorgen voor overbelastingen. En deze overbelasting kan weer blessures veroorzaken. Daarom is er tijdens dit onderzoek de maximale spierkracht van de bil,-bovenbeen- en onderbeen spieren gemeten.

Tijdens dit onderzoek is geprobeerd inzicht te krijgen in de relatie tussen hoe ver hardlopers met hun knie naar binnen landen tijdens het hardlopen en de maximale spierkracht van deze hardlopers. Er werd verwacht dat hoe minder spierkracht er werd gemeten hoe meer de knieën naar binnen zou zwikken tijdens het hardlopen.

De eerste test van het onderzoek was een spierkrachtmeting met een isokineet. Dit apparaat meet de spierkracht heel nauwkeurig en betrouwbaar. Deze test liet zien dat de bilspieren bij alle deelnemers het sterkst waren, gevolgd door de bovenbeenspieren en daarna de onderbeenspieren. Om een uitspraak te kunnen
doen over deze spieren als een geheel is er een formule opgesteld om dit uit te drukken in een ratio. Hierdoor wordt de maximale spierkracht van het bovenbeen en onderbeen samen uitgedrukt in een waarde. Tussen de deelnemers waren veel verschillen gemeten in spierkracht, dit was dan ook terug te zien in de ratio.

Als tweede test is er een hardloopanalyse gemaakt, waarbij de deelnemers meerdere reflecterende bolletjes op hun lichaam geplakt kregen. Vervolgens mochten ze gaan hardlopen en werd er middels videocamera’s 3D bewegingsanalyses gemaakt. Dit onderzoek toonde de maximale uitslagen van het zwikken van de knie (naar binnen zwikken) van de verschillende deelnemers.

Het onderzoek heeft uiteindelijk aangetoond dat er op dit moment nog geen sterke relatie te vinden is tussen hoe ver de knie naar binnen landt tijdens het hardlopen en de maximale spierkracht van de bil,-bovenbeen- en onderbeen spieren. Vervolgonderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen tussen deze twee factoren. Er kan geconcludeerd worden, zoals eerder onderzoek heeft aangetoond, dat de maximale spierkracht van de bil, bovenbeen en onderbeen spieren in balans moeten zijn, om hiermee overbelasting van de spieren en pezen te voorkomen. Deze kennis kunnen we als fysiotherapeut dan ook goed gebruiken en inzetten tijdens behandelingen.

Voor hardloopblessures is het belangrijk dat de oefeningen die we adviseren gericht zijn op het versterken van het hele been. Bijvoorbeeld bij een knieblessure niet alleen oefeningen voor de knie, maar ook oefeningen voor de bilspieren en onderbeenspieren. Dit om de balans tussen alle spieren zo optimaal mogelijk te maken en hardloopblessures in de toekomst te kunnen voorkomen.